Inleiding

Dit is de derde en laatste tweemaandsrapportage 2019. We rapporteren in deze rapportage over de voortgang van de doelen en de financiën over de maanden mei tot en met september 2019. We houden hierbij rekening met de verplichtingen tot en met het einde van het jaar. We stellen de gemeenteraad voor de financiële mutaties via een begrotingswijziging te verwerken in de begroting 2019.
De financiële mutatie geven we weer met een V (voordeel) en een N (nadeel). Voor een specificatie per taakveld en een totaaloverzicht verwijzen we naar het kopje Financiën.

De financiële mutatie is:

Stand

2019

2020

2021

2022

Wijziging begroting

329.250

N

0

0

0

Het gevolg voor het verwacht rekeningresultaat 2019 is:

Mutatie 2019

% afwijking t.o.v. programmatotaal

V / N

Vastgesteld rekening resultaat 2019 na tweemaandsrapportage maart - april

332.250

V

Mutatie programma Inwonerszaken

465.500

2,81%

N

Mutatie programma Ruimte

245.750

1,72%

V

Mutatie programma Bedrijfsvoering

109.500

0,35%

N

Mutatie begroting

329.250

N

Verwacht rekening resultaat 2019 na tweemaands-rapportage t/m september

3.000

V

In de rapportage maken we gebruik van vier symbolen. Ieder symbool geeft de volgende status weer:
 = afgerond
 = op koers
 = bijsturen
 = niet haalbaar

In onderstaande tabel leest u de stand van zaken ten aanzien van doelen per programma:

Programma

Totaal aantal
doelen

Aantal
'afgerond'

Aantal
'op koers'

Aantal
'bijsturen'

Aantal
'niet haalbaar'

Inwonerszaken

3

0

3

0

0

Ruimte

3

0

3

0

0

Bedrijfsvoering

3

0

3

0

0

In onderstaande tabel leest u de stand van zaken ten aanzien van de prestaties per programma. Prestaties zijn opgenomen in de taakvelden:

Programma

Totaal aantal
prestaties

Aantal
'afgerond'

Aantal
'op koers'

Aantal
'bijsturen'

Aantal
'niet haalbaar'

Inwonerszaken

26

2

24

0

0

Ruimte

30

0

13

16

1

Bedrijfsvoering

12

3

9

0

0

Ontwikkelingen uit het college van burgemeester en wethouders
Er zijn geen ontwikkelingen te melden.

Maandrapportage (2MR) mei tot en met september 2019

De directie heeft eind 2017 volgens onderstaand overzicht aangegeven welke onderwerpen aan de diverse gremia worden gepresenteerd en met welke frequentie de informatie beschikbaar wordt gesteld.

Overzicht wie ontvangt wanneer welke informatie over HR onderwerpen

Bezetting*

Ziekteverzuim

HR cyclus

SPP

Per 23-10-18:
VWNW- trajecten

Raad

2 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

B&W

2 x per jaar

2 x per jaar

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

MT

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

TL

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

OR

1 x per 2 maanden

1 x per 2 maanden

2 x per jaar

1 x per jaar

2 x per jaar

* Betreft aantal fte in dienst, instroom, uitstroom, opbouw personeelsbestand en aantal fte externe inhuur met reden inhuur.

De informatie die nu voorligt gaat over de periode mei tot en met september 2019.

Instroom, doorstroom en uitstroom
Over de maanden mei tot en met september zijn 15 medewerkers in dienst gekomen. Er gingen  6 medewerkers uit dienst (3 op eigen verzoek, 2 met pensioen en 1 door overlijden). Als we het in fte uitdrukken, is 12,22 fte ingestroomd en is de uitstroom 5,78 fte geweest. In verhouding zijn er meer mensen in dienst gekomen door een aantal vacatures die na lange tijd zijn ingevuld. De formatie (de vastgestelde fte) blijft gelijk en is 142,86 fte.

Ziekteverzuim: streven voor 2019 is 7%

Grafiek 1

Bron verzuimmanager   

Grafiek 2

Bron verzuimmanager

Grafiek 3

Bron verzuimmanager

Grafiek 4

Bron verzuimmanager

Toelichting grafiek 1, 2,3 en 4
We zijn blij te kunnen melden dat het ziekteverzuim weer verder gedaald is. Het streefcijfer van 7% blijft ambitieus. Over de maanden mei tot en met september is het gemiddeld 7,5%. In 2018 was het ziekteverzuim over mei tot en met september 10,12%.

Vanaf januari 2019 werken we met Sociaal medische teams, waarbij de leidinggevende, de bedrijfsarts en HR gezamenlijk onderzoeken wat we kunnen doen om in individuele situaties het ziekteverzuim terug te dringen. Ook krijgt preventie meer aandacht. Er wordt nu standaard een preventiegesprek gevoerd wanneer een medewerker zich drie keer heeft ziekgemeld in één jaar.
Deze gesprekken vinden plaats tussen de leidinggevende, de betreffende medewerker en de HR- adviseur. Insteek van dit gesprek is: wat kan de werkgever doen en wat kan de medewerker doen om uitval te voorkomen.

We blijven te maken houden met een aantal medewerkers dat  langdurig ziek is. De oorzaken hiervan zijn niet werkgerelateerde lichamelijk klachten. De invloed van de werkgever op het herstel is hierbij gericht op en beperkt tot het voeren van gesprekken en zorgen dat de afstand tot het werk klein blijft.